Chris Tap (1973, Amsterdam) studeerde economie en culturele antropologie aan de universiteit voordat hij fulltime beeldhouwer werd. In de afgelopen 12 jaar ontwikkelde hij zijn passie op autodidactische wijze. Naast zijn studie anatomie heeft Chris veel tijd doorgebracht in dierentuinen. met levende modellen van grote katten.
Geholpen door het geloof kwam Chris in de Amsterdamse dierentuin Artis de zeldzame kans tegen om katten van zo dichtbij mogelijk te zien, toen ze om medische redenen onder narcose waren gebracht.
Voorzichtig mat hij de grote katachtigen op van alle hoeken tot in de kleinste details: de spieren, de botten, de ogen, de afstand tussen de ogen, enz. Hij nam een kijkje bij een jaguar genaamd 'Inaja'. In Artis, de dierentuin van Amsterdam kwam hij een gelijke kans tegen om een enorme mannetjesleeuw 'Jan' te bestuderen.
Tap is vooral gefascineerd door katten. De kracht die ze bezitten, de flexibiliteit en grootse stijl waarin ze bewegen. Hij is de tweede generatie kunstenaars in zijn familie – ook zijn vader Wim Tap is een bekende kunstenaar in Nederland.
