Von Pedersen studeerde aan de kunstacademie in Kopenhagen voordat hij eerst naar Duitsland reisde en vervolgens naar Londen waar hij zijn oudere broer ontmoette die op een tabaksplantage in Sumatra werkte. Daar besloot hij in 1898 om zijn broer in Sumatra te bezoeken, waar hij na een korte stop in Sri Lanka aankwam. Van daaruit reisde en schilderde hij in Penang, Singapore, Java en Siam. Op de terugweg naar Denemarken stopte hij in Bombay waar hij het portret van de Maharadja van Burdwan schilderde. Von Pedersen bracht twintig jaar door in Zuid- en Zuidoost-Azië en schilderde daar portretten van alle verschillende volkeren in Zuidoost-Azië; Indianen, Sri Lanka, Maleisiërs, Arabieren, Thai, Indonesiërs en Chinezen. Hij schilderde ook oude tempels, landschappen, met name vulkanen, en stadsgezichten van de vele verschillende plaatsen die hij in Azië bezocht.