Over de kunstenaar
Marius Alexander Jacques Bauer (25 januari 1867 in Den Haag - 18 juli 1932 in Amsterdam) was een Nederlandse schilder, etser en lithograaf; vooral bekend van zijn Oosterse taferelen. Zijn stijl was grotendeels impressionistisch, hoewel die ook enigszins ontleend was aan de Haagse School. Veel van zijn werken waren gebaseerd op foto's die hij tijdens zijn reizen kocht; sommige daarvan waren van beroemde fotografen zoals Félix Bonfils.
Zijn vader was een toneelschilder die de vroege interesse van zijn zoon in tekenen stimuleerde. Van 1878 tot 1885 studeerde hij aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten, onder leiding van Jan Philip Koelman, maar vond zijn aanpak te conservatief en vertrok zonder af te studeren. Daar werden zijn werken bekroond met verschillende medailles en kreeg hij een stipendium van koning Willem III, wat hem in staat stelde om zelfstandig te studeren.
In 1888 maakte hij een studiereis naar Istanbul, gefinancierd door de kunsthandel Van Wisselingh & Co. en besloot hij het oriëntalisme tot zijn hoofdvak te maken. Later maakte hij talrijke reizen naar Marokko, Algerije, Egypte, India, Ceylon en Nederlands-Indië, waarbij hij voor Van Wisselingh schetsen maakte en voorwerpen verzamelde. Ook werkte hij als illustrator voor het kortstondige literaire tijdschrift De Kroniek, waar hij de kroning van tsaar Nicolaas II bijwoonde.
In 1894 won hij een eersteklas medaille op de Exposition Internationale d'Anvers. Twee jaar later kreeg hij de Willink van Collenprijs. Hij ontving de Grote Prijs op de Exposition Universelle (1900). In 1902 trouwde hij met de schilder Jo Stumpff, een van de Amsterdamse Joffers, waarna een succesvolle tentoonstelling volgde op de Louisiana Purchase Exposition. Hij zou regelmatig blijven exposeren in heel Europa en Noord-Amerika.
In 1900 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Zes jaar later werd hij opgewaardeerd tot Officier voor zijn bijdragen aan de Rembrandt Tri-centennial. In 1911 kende Koning Albert I van België hem de Orde van de Kroon toe en in 1927 werd hij Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hij was lange tijd lid van de Pulchri Studio en Arti et Amicitiae. In 1930 werd hij erelid van de Senefelder Club en twee jaar later stierf hij aan een beroerte. Er is een straat naar hem vernoemd in de buurt van straten gewijd aan Nederlandse schilders uit de 19e en 20e eeuw in Overtoomse Veld, Amsterdam.
In 1996 werd de "Bauer Documentatie Stichting" (BDS) opgericht. Het doel hiervan is om de bekendheid van zijn werk te vergroten en meer onderzoek te doen naar de bronnen van zijn schilderijen.