Anthonisz, een meester in zijn ambacht, was gezegend met een artistieke erfenis die terugging tot zijn grootvader Jacob Cornelisz. van Oostsanen, vermoedelijk zijn leermeester, en zijn neef Dirck Jacobsz. In 1538 voltooide hij een meesterwerk dat de geschiedenis zou ingaan als de eerste complete en verrassend gedetailleerde plattegrond van Amsterdam. In opdracht van de stad, als een waarachtig geschenk voor keizer Karel V, bracht Anthonisz de geest van de stad tot leven op het canvas. Maar zijn ware roem zou komen met zijn verbluffende houtsnedes.
De houtsnede waar hij het meest om bekendstaat, is ongetwijfeld de "Vogelvluchtkaart van Amsterdam" uit 1544, een meesterwerk gedrukt met behulp van maar liefst 12 houtblokken. Deze prachtige creatie werd al snel een sensatie en bleef gedurende de zeventiende eeuw populair, met talloze herdrukken die verschillende versies voortbrachten. Sommige bevatten een gotische initiaal D in de rechterbovenhoek, terwijl andere pronken met een Latijnse initiaal D, versierd met betoverende plantenmotieven (zie de betoverende afbeelding in het midden van rechts). En dan is er nog een versie met een Latijnse initiaal D, waarin koning David zelf schittert in al zijn pracht en praal (zie de verleidelijke afbeelding rechtsonder).
Naast zijn meesterlijke houtsnedes creëerde Anthonisz ook talloze vorstenportretten en allegorische prenten, waarbij zijn vaardigheid en verbeeldingskracht in volle glorie schitterden. Hoewel slechts twee schilderijen met zekerheid aan hem kunnen worden toegeschreven, zijn beide werken nu permanent in bruikleen gegeven aan het Amsterdam Museum, als kostbare schatten van de stad die hun erfgoed levendig houden.
Volgens de legende die zijn beroemde Vogelvluchtkaart siert, woonde Anthonisz "achter de Nieuwe Kerk" in "de Schrijvende handt". Een betoverende gevelsteen, versierd met een hand die met pen en inkt schreef, diende als een herkenningsteken voor schrijvers, boekhandelaren en cartografen. Zo kon men, op zoek naar de betoverende wereld van Anthonisz, gewoon de schrijvende hand volgen en zich laten leiden naar de bron van zijn ongeëvenaarde creativiteit.
Anthonisz, een meester van zijn tijd, wiens nalatenschap eeuwig voortleeft in de pracht van zijn kunstwerken en de verbeelding van hen die ze aanschouwen.
