Over de kunstenaar
Jaap Mooy (1915-1987) was een buitengewone kunstenaar die zijn hele leven in Bergen woonde. Hoewel hij zijn dagen doorbracht als smid en bankwerker, werd hij al snel geobsedeerd door kunst en raakte hij geïnspireerd door de levensstijl van de kunstenaars uit Bergen die hij regelmatig ontmoette in het café. Dit betekende het begin van een eigenzinnige kunstenaarscarrière. Hoewel Mooy overwoog om zich in te schrijven aan de academie, volgde hij het advies op van Charlie Toorop en haar omgeving om autodidact te blijven.
In de vroege jaren dertig maakte Mooy fotocollages en kleine assemblages, die hij zelf "kijkkasten" noemde. Later ging hij werken in de stijl van Cobra. Hij had een nauwe vriendschap met Lucebert en exposeerde in de jaren zestig samen met Karel Appel en Lucebert in het Nederlandse paviljoen op de Biënnale van Venetië. Hoewel hij een uitnodiging kreeg om lid te worden van Cobra, weigerde Mooy dit, omdat hij niet bij een groep wilde horen en zijn eigen taal wilde blijven spreken.
Vanaf de late jaren vijftig werd hij bekender met zijn schrootbeelden en -tekeningen, waarvoor hij zijn eigen unieke techniek ontwikkelde. Zijn vakmanschap was meesterlijk en zijn werk had een diepgaande zeggingskracht. Mooy was getekend door de oorlog en koos ervoor om te werken met afval, geïntrigeerd door zowel schoonheid als rotzooi. Zijn beelden brachten hem erkenning in Duitsland en Amerika in de jaren '60.
Toch streefde Mooy er niet naar om naam te maken. Hij geloofde dat het beperken van zijn stijl betekende dat hij zijn vrijheid verloor. Met deze overtuiging ondermijnde hij zijn eigen unieke signatuur en maakte hij het moeilijk voor zichzelf om een plaats te vinden in de gevestigde orde. Hij verkoos liever de strijd tegen de macht. Voor Mooy was kunst geen doel op zich, hij wilde mensen bewust maken van mensenrechten, dictaturen en onderdrukking. Hij wilde blijven reageren op de buitenwereld.
De inwoner van Bergen zou ook nog een abstracte periode doormaken. Zijn latere beelden vertoonden overeenkomsten met het absurdisme, waarin de waanzin van het dagelijks leven een terugkerend motief vormde.
Jaap Mooy overleed in 1987, zijn werk is erg geliefd bij verzamelaars.