Over de kunstenaar
De kunstschilder E.R.D. Schaap groeide op in huize d’Oranjeboom aan de Vecht. Tijdens zijn academietijd in Amsterdam leerde hij niet alleen zijn toekomstige vrouw Hendrika van der Pek kennen, maar ook Breitner en de jonge Maks. Maks heeft Egbert Schaap zijn hele leven als leermeester gezien. Dat lijkt wat vreemd, omdat Schaap naar onze maatstaven niet bepaald een vooruitstrevend schilder was. Tot 1913 schildert en aquarelleert hij in een donkere kleurengamma stads-en bosgezichten.
Ook weidse plasgezichten, vaak op groot formaat, vormen een favoriet thema. Met zijn schilderende vrouw Hendrika woont hij dan al een tiental jaren in villla Nova, waar hij in zeker welstand leeft en werkt. Het huwelijk veel gasten uit Amsterdam, onder de bekende ‘grote’ schilders. Isaac Israels schildert er eens een paar meisjes in het gras. Schaap genoot aanzien. Na een ruzie in de schildersvereniging St. Lucas tussen de moderne ‘blauwen’ en de conservatieve ‘bruinen’ werd in 1913 gekozen tot voorzitter van het ‘bruine’ St. Lucas. Vijf jaar daarvoor had hij naam gemaakt met zijn boekwerkje Romantiek waarin hij zijn visie op de schilderkunst gaf. Wat men in kunst vinden was 'het stoffelijk geïncarneerde heilige, (...)eerde uitspreken van het verlangen van het ideële, van het geloof in het superieure der fantasie boven de daadzaak der waarheid waarheid… Deze verwijzing naar het hoger was in zijn ogen het realistisch van de Romantiek, maar ook van alle goede kunst door de eeuwen heen.
Schaap vastgelegd uitdrukkelijk dat hij niets moest hebben van kunst die uit de 'tijdgeest' werd geboren of die voortkwam uit de behoeften van de kunsthandel. Het vroege van het geestelijke element in de kunst sluit – natuurlijk vrij laat – aan bij de stroming van het symbolisme aan het eind van de negentiende eeuw, bij de kunst van Toorop, Matthijs Maris en de 'kunstenaren der Idee', zoals zij toen werden genoemd. Na 1913 schilderde Schaap in grote getalle lichte landschappen, met bloesemende appel- en perenbomen.Hoewel deze onbezorgde schilderijen in onze optiek nauwelijks een verborgen symboliek kunnen hebben, was dat in die tijd toch anders. Titels als Lente-visioen doen dat vermoeden.